top of page

 LA DIVINA COMMEDIA? 

  • mystieke pelgrimage naar “thuiskomen" in jezelf en de wereld om je heen

  • het universele karakter van verscheidene autobiografische elementen, 

        waarin ook de hedendaagse mens zich moeiteloos kan herkennen.

  • diepgravende filosofische en morele levensvragen

  • virtuoze literaire kwaliteit

 

Dante raakt al vroeg vertrouwd met het lijden. Als jongeling ontmoet hij zijn grote liefde, de mooie Béatrice.

Haar vroege dood tekent hem voor het leven.

Op middelbare leeftijd vervalt hij een diepe geestelijke crisis. 

Deze verzen openen ‘De goddelijke komedie’:

Op ’t midden van ons levenspad gekomen 

Kwam ik bij zinnen in een donker woud.

Want ik had niet de rechte weg genomen.

Rondom mij dicht en doornig kreupelhout:

Ik kan niet zeggen hoe het mij bezwaarde.

Nu de herinnering mij weer benauwt:

Een bitterheid die doodsnood evenaarde.

  

Het vervolg beschrijft hoe Dante een uitweg uit de crisis probeert te vinden. De dichter Vergilius gidst hem doorheen de hel en het vagevuur van zijn persoonlijke demonen. Pas na verscheidene pijnlijke confrontaties met zijn eigen onbewuste driften en verlangens, gloort aan de einder een eerste hoopgevend schijnsel. Een licht waarin hij zijn gestorven geliefde Beatrice herkent. Zíj is het die hem de weg wijst uit het labyrint van zijn bezwaarde verduisterde gemoed.

 

Dante heeft zich na haar dood hoofdzakelijk aan aardse, vergankelijke zaken gewijd. 

Juist op het onvergankelijke, het eeuwige, het hogere had hij zich moeten richten. Aan de hand van Beatrice gaat Dante het paradijs binnen: Hij verwerft inzicht, ervaart de zalige eenwording met “Het Geheel der Dingen”. Al het goede waar de wil naar streeft is in deze Bron bijeen, en zo volkomen. Alles buiten haar blijkt gebrekkig.

 

De (levens)weg van Dante vertoont veel overeenkomsten met die van Augustinus, de beroemde vroeg middeleeuwse kerkvader. Als verwante zielen leren zij allebei dat de beperkte aardse blik ten grondslag ligt aan hun verdriet, en dat heil en genezing te vinden zijn in de verbinding met, het opgaan in “Het Geheel der Dingen”. Beiden bewandelen de mystieke weg, de weg van afgesneden zijn naar eenwording, zoals vele beroemde mystici vóór en ná hen.

 

Kunnen Dante en Augustinus ons ook vandaag de dag bemoedigen? Staan wij nog wel open voor een mystiek antwoord? In algemene zin natuurlijk wel, want het mystieke is nooit weggeweest.  Maar kan ík er iets mee, als agnostisch humanist, als twintigste-eeuwse ongelovige die op alles een rationeel antwoord heeft (of meent te hebben?)

 

Ikzelf heb het lezen in Dantes ’De goddelijke komedie’ ervaren als een intens geestelijk avontuur, veel meer dan alleen een esthetisch genoegen. Waarschijnlijk doordat ik mij in zijn verhaal heb kúnnen en wíllen verplaatsen. Het op te vatten als een reis naar binnen, een innerlijke ontwikkeling. Zoals ik het zie komt Dante zijn crisis te boven door zich op een spiritueel hoger niveau te verzoenen met zichzelf, en de wereld om hem heen. 

bottom of page